Met welke klachten hebben mensen met Korsakov te maken?

Korsakovpatiënten hebben allereerst te maken met geheugenproblemen. Ze herinneren zich dingen uit het verleden niet meer goed. Ook kunnen ze nieuwe informatie moeilijk opslaan. Als ze ’s ochtends op tv zien dat er een flinke storm aankomt, zijn ze dat een paar uur later vergeten. Daarnaast hebben Korsakovpatiënten te maken met desoriëntatie. Ze weten niet altijd waar ze zijn, hoe ze de weg moeten vinden of welke dag het is. Het kost ze bovendien moeite dingen op het juiste punt in de tijd te plaatsen. Zo kan iemand met Korsakov zijn kinderen van school willen halen, terwijl die al volwassen zijn. Om die gaten in het geheugen te ‘vullen’, kunnen Korsakovpatiënten fantasieverhalen vertellen. Dat wordt ‘confabuleren’ genoemd of 'eerlijk liegen': iemand met Korsakov is er namelijk oprecht van overtuigd dat hij de waarheid vertelt. Voor de omgeving zijn de verhalen onsamenhangend en moeilijk te volgen.

Naast geheugenproblemen hebben Korsakovpatiënten te maken met executieve functiestoornissen. Dat houdt onder andere in dat ze geen overzicht hebben. Ze kunnen moeilijk plannen, afspraken nakomen of iets organiseren. Ze hebben vaak grote moeite ergens mee te beginnen. Ze willen wel van alles, maar het lukt maar niet. Ook zijn ze snel afgeleid en kunnen ze zich moeilijk afsluiten voor prikkels uit hun omgeving. 

De geheugen- en gedragsproblemen leiden tot grote onzekerheid. Mensen met Korsakov zijn zich vaag bewust dat ze dingen waaraan ze worden herinnerd hadden kunnen weten. Dat leidt tot angst om fouten te maken. Veel Korsakovpatiënten ontwikkelen dan ook faalangst.