“Bewoners laten zelf zien wat beter kan”

“Bewoners laten zelf zien wat beter kan”

Interview met onderzoeker Dr. Erik Oudman over de KCQI

Waarom deze vragenlijst?

“Wat vinden mensen met Korsakov zelf van hun zorg?” Dat was de kernvraag waarmee onderzoeker Dr. Erik Oudman en collega’s de Korsakoff Consumer Quality Index (KCQI) ontwikkelden. Tot nu toe werd vaak een standaard CQ-index gebruikt die familieleden invulden. Maar die kwamen niet altijd vaak genoeg op bezoek en kenden het dagelijks leven in de instelling vaak onvoldoende. De uitkomsten leverden daardoor weinig bruikbare informatie op.

“De KCQI is juist ontwikkeld om bewoners zélf aan het woord te laten,” vertelt Oudman. Met eenvoudige vragen en visuele ondersteuning kunnen ook mensen met geheugenproblemen aangeven hoe zij hun verblijf ervaren. Samen met onderzoekers en professionals uit het landelijke Korsakov-netwerk - waaronder Lelie Zorggroep, Salios, ZorgAccent, Saffier, de Universiteit Utrecht en het LUMC - werkte hij aan de ontwikkeling en toetsing van dit instrument.

Wat bewoners zelf zeggen

Uit het onderzoek bleek dat bewoners over het algemeen tevreden zijn over hun verblijf. Ze waarderen hun kamer, de sfeer en de activiteiten. Maar er was ook een duidelijke boodschap: meer invloed op hun zorgproces. “Bewoners zeiden: ik wil meer kunnen meebeslissen,” aldus Oudman. Zorgverleners dachten vaak dat ze al genoeg inspraak gaven, of dat het soms beter is om beslissingen te beperken. “Dat spanningsveld zie je terug in de scores.”

Kleine aanpassingen, groot effect

De KCQI maakte meteen verschil in de praktijk. Toen bij Slingedael bleek dat bewoners meer inspraak wilden, organiseerde het team extra gespreksmomenten: voorafgaand en na het MDO, plus tussendoor. “Een half jaar later scoorden bewoners duidelijk hoger op ‘invloed op zorg’,” vertelt Oudman. Uit de open velden kwamen vaak concrete en haalbare wensen, zoals een slot op de deur of vaker buiten kunnen wandelen. “Dat zijn dingen die je direct kunt oppakken.”

Praktisch instrument

De KCQI is eenvoudig af te nemen: 14 stellingen met een lijn van verdrietig tot vrolijk gezicht. Bewoners zetten zelf een streepje; begeleiders mogen alleen uitleggen of ondersteunen, maar niet invullen. “Het is geen hoog-over instrument, maar heel concreet: hoe gaat het hier en nu met jou in deze instelling?” aldus Oudman.

Het afnemen duurt 10 tot 30 minuten en kan prima begeleid worden door een zorgverlener, mits neutraal.

Kwaliteit van zorg én leven

De KCQI focust op kwaliteit van zorg, terwijl de QUALIKO meer over kwaliteit van leven gaat. Oudman adviseert om beide instrumenten te gebruiken. “De QUALIKO geeft een breed beeld van hoe het gaat met de cliënt. De KCQI zoomt in op hoe tevreden iemand is met de zorg in de instelling. Samen geven ze het meest complete beeld.”

Spiegel voor teams

De uitkomsten van de KCQI zijn niet alleen nuttig voor bewoners, maar ook voor teams. “Het is een spiegel. Bewoners laten zien waar ze tevreden over zijn en wat beter kan. Het gaat er niet om of je instelling het ‘goed’ of ‘slecht’ doet, maar om te leren en samen verbeteringen door te voeren.”

In de handreiking staat nadrukkelijk dat de cijfers niet het eindpunt zijn. Het bespreken van de resultaten met teams en bewoners is essentieel. Daarmee wordt de KCQI een startpunt voor verbeteracties, die na een half jaar weer kunnen worden geëvalueerd. “Dat cyclisch terugkoppelen is belangrijk: meten, bespreken, verbeteren, en opnieuw kijken.”

Ook geschikt voor onderzoek en uitwisseling

De KCQI wordt inmiddels ook gebruikt bij onderzoeken naar nieuwe woonvormen en interventies. Het instrument kan dienen als nulmeting en effectmeting, naast andere uitkomstmaten. “Voor onderzoekers is het waardevol om een betrouwbare manier te hebben om de stem van bewoners mee te nemen,” zegt Oudman.

Daarnaast kan de KCQI helpen bij benchmarking: instellingen kunnen hun uitkomsten met elkaar vergelijken en van elkaar leren. Niet om elkaar af te rekenen, maar als lerend netwerk. “Je ziet dat instellingen dat graag willen: horen hoe het bij de ander gaat en samen zoeken naar verbeteringen.”

Meer weten of zelf aan de slag?

Op onze website vind je: