Evaluatie transitiefase: uitgestoken handen zijn aangepakt

Evaluatie transitiefase: uitgestoken handen zijn aangepakt

Het jaar 2021 stond in het teken van de transitie naar een Doelgroepnetwerk met een Kenniscentrum en Expertisecentra voor mensen met Korsakov. Inmiddels zijn alle deelnemende organisaties, waaronder het Korsakov Kenniscentrum zelf, gevisiteerd en is de Transitie fase daarmee afgerond. Directeur Cynthia Vogeler, Marga ten Wolde en transitiecoach Vivianne Tolen vertellen wat hun het meeste is opgevallen in die periode.

Vivianne Tolen heeft tijdens de transitie als coach zorgorganisaties bijgestaan in dit mooie maar af en toe ook uitdagende project. “Eén van de belangrijkste zaken die mij is opgevallen is de manier waarop mensen elkaar hebben gevonden en binnen het netwerk elkaar verder hebben geholpen. Je begint met een proces tot REC of DEC voor je eigen organisatie, maar al vrij snel merkte ik uitgestoken handen naar elkaar. Men wilde kennis delen en stond ook open om van elkaar te leren en bij elkaar in de keuken te kijken. Dat zegt iets over het verder willen reiken en verder willen kijken dan je eigen organisatie. En dat is precies het fundament waar het hele netwerk op steunt.” Hetzelfde geldt voor het kenniscentrum, zo vindt Vivianne. “Iedereen werkte samen om het centrum vorm te geven als kern voor het doelgroepnetwerk. Dat komt mede tot uiting in de kennisproducten van het KKC, die samen tot stand zijn gekomen, vooral door inbreng van onze zorgorganisaties.”

Wie ben ik?

Vivianne vond het bij de vijf organisaties die zij begeleidde in het begin ook een spannende ontdekkingstocht. “Je moet kijken waar je heen gaat en wat dat betekent voor een organisatie. Al snel kijk je dan als organisatie naar jezelf: wat betekent het zijn van een REC of DEC voor mij? Wat kan ik in die rol voor mensen met Korsakov betekenen? Waar mogen zij op rekenen? Die gevoelde verantwoordelijkheid zorgt ervoor dat de transitie echt gaat leven, op alle niveaus. Het heeft ervoor gezorgd dat iedereen heeft meegewerkt om deze fase met grote inzet en enthousiasme af te ronden en nu naar de toekomst te kijken. Want dit is nog maar het begin.” Iedere organisatie heeft bij het toewerken naar de criteria zijn eigen vorm gekozen en het pad bewandeld dat het beste past. “Dat was ook mooi om te zien. Iedereen werkt naar dezelfde doelen toe met zoveel mogelijk behoud van de eigen identiteit. Als coach moet ik dan zorgen dat dat goed gaat. Bij de ene partij heb ik bijvoorbeeld aangegeven dat ze best wat trotser mogen zijn op wat ze in huis hebben en dat ook mogen delen richting het netwerk om hun zichtbaarheid te verhogen. Bij een andere organisatie was juist weer iets anders nodig. Die diversiteit was ook mooi om te zien. Bovendien zorgt dit ervoor dat best practices niet binnen een organisatie blijven liggen maar volop gedeeld worden.”

Twee lijnen

Verbinden en samenwerken zijn ook volgens directeur van het KKC Cynthia Vogeler de belangrijkste elementen uit de eerste fase van de transitie. “De twee lijnen die we in de transitie gebruikt hebben zijn daarbij ook belangrijk geweest. Het centraal met elkaar werken in werkgroepen aan gezamenlijke kennisproducten en tegelijkertijd de aandacht en ontwikkeling centraal stellen in individuele instellingen met steun van transitiecoaches is een hele goede stap geweest. Het sluit mooi op elkaar aan en heeft ervoor gezorgd dat we elkaar als netwerkpartners nog beter konden vinden. Zo heeft het lerend netwerk steeds meer vorm gekregen, de twee lijnen hebben als een verbindend vliegwiel gewerkt. We zijn nu klaar voor de volgende fase als kennis- en expertisenetwerk.” Vivianne steekt het KKC een extra veer in de hoed wat betreft het faciliteren van die verbinding. “Ze stonden altijd open voor input en signalen waarmee ze aan de slag gingen om meer verbinding te genereren.” Ook de samenwerking met de landelijke cliëntenorganisatie Het Zwarte Gat is belangrijk geweest in deze transitie fase, zegt Cynthia. “Zij hebben echt geholpen om het cliëntenperspectief en de cliëntenparticipatie nog beter op het netvlies te krijgen en vorm te geven.”

Intrinsieke motivatie

Marga ten Wolde van het KKC stipt de intrinsieke motivatie aan als belangrijk punt uit de eerste transitiefase. “Ook hier komt die samenwerking weer naar voren. De lat is vanuit het netwerk zelf hoog gelegd. Dat zorgt voor een extra stukje motivatie om samen te werken en het beste uit elkaar naar boven te halen met ondersteuning van het Kenniscentrum. Er is gezamenlijk nagedacht over wat instellingen willen, wat ze nodig hebben, hoe ze dat gaan aanpakken en hoe ze elkaar gaan ondersteunen. Samen de lat leggen zorgt voor meer motivatie om eroverheen te springen.”

Dezelfde taal

Het gezamenlijk volgen van Korsakov Academie trainen heeft ook een steentje bijgedragen aan het laten leven van de transitie op de werkvloer, zo denkt Marga. “Door met elkaar te trainen kom je in gesprek met elkaar en heb je het over hoe het er bij jou in de organisatie aan toe gaat. Je wisselt kennis, behoeftes maar ook best practices uit. Er is nu zelfs sprake van uitwisseling van medewerkers in de regio waardoor kennis nog meer gedeeld wordt. Die bottom up werkwijze van gezamenlijk trainen van medewerkers zorgt zo voor een extra stimulans voor de transitie. Bovendien zorgt het ervoor dat je allemaal dezelfde taal gaat spreken op het expertisegebied Korsakov. De onderlinge communicatie wordt zo een stuk gemakkelijker. En met een gedragen competentieprofiel Korsakov Zorgbegeleider is het voor iedereen duidelijk welke competenties een zorgmedewerker Korsakov moet hebben wat een belangrijke voorwaarde is voor goede zorg.” Ook leuk om te zien is volgens Marga dat er ook van buiten het netwerk steeds meer trainingsaanvragen binnenkomen. “In de regio wordt het effect van expertisecentra steeds meer zichtbaar. Instellingen zijn steeds meer bereid vragen te stellen en te leren van de kennis en kunde die beschikbaar is bij de expertisecentra. Mensen met Korsakov kunnen zo op steeds meer plekken op de beste kwaliteit van zorg rekenen.”

Behalve de al gevisiteerde instellingen zijn er nog drie instellingen die regionaal expertisecentrum willen worden. “De ondersteuning voor die groep gaat gewoon door, ondanks dat de grootste groep nu doorgaat naar de operatiefase na de transitie. Ook zij kunnen rekenen op alle steun vanuit het KKC en haar netwerk.”