Prachtige praktijkvoorbeelden aan bod bij vakgroepen

Prachtige praktijkvoorbeelden aan bod bij vakgroepen

Net voor de zomer kwamen ze weer bij elkaar: 11 vakgroepen met professionals uit de Korsakov-zorg. Wat halen zij uit de bijeenkomsten? Hoe kijken zij terug op de start vorig jaar? En wat willen ze over 5 jaar bereikt hebben? De voorzitters van de medische vakgroep en de vakgroepen ergo­therapeuten en psychologen vertellen erover: Ineke Gerridzen (Markenhof, Atlant), Maaike Brandsma (Markenhof, Atlant) en Misha Oey (Slingedael/Lelie zorggroep). Vakgroepcoördinator Marga ten Wolde vult hen aan. 

“Soms sta ik er versteld van dat mensen vragen hebben en het antwoord bij wijze van spreken 10 kilometer verderop bij een instelling ligt; ze weten elkaar hiervoor alleen nog niet te vinden.” Dit constateert Marga. Het geeft volgens haar precies aan hoe de vorig jaar gestarte vakgroepen een leegte opvullen. “Vanuit het Korsakov Kenniscentrum faciliteren en onder­steunen we deze vakgroepen. Doel? Kennis delen, kennis meer verspreiden en deskundigheid bevorderen. Ik help daarbij bijvoorbeeld met thema’s bedenken, vragen ophalen en wetenschap erbij betrekken.”

foto-marga-juni-2021

De doelen komen onder meer naar voren op het jaarlijkse Wetenschapsforum in december. En bij de vakgroepbijeenkomsten hieraan voorafgaand. “Die staan in het teken van intervisie en ca­suïstiekbespreking. Collega’s zoeken er samen antwoorden op vragen als ‘waar­om is iets best practice’, ‘wat zijn de effecten’ en ‘kunnen we die ook op andere plekken gebruiken’.” Samen helpen ze ook mee aan de ZonMW-doelen: nieuwe kennis versneld in de praktijk krijgen en eenduidig werken.

Vers uit de schoolbanken versus ervaren specialist

Specialist ouderengeneeskunde Ineke herkent het helemaal. “Ik zit al 20 jaar in dit vak en heb een enorme dosis ervaring met de langdurige zorg voor mensen met Korsakov en kennis over het ziektebeeld. Die kennis delen vind ik heel leuk. Ook spreekt het me aan jonge collega’s te ontmoeten en te horen waar zij mee worstelen. Bij Atlant werk ik veel met basisartsen. Zij komen vers uit de schoolbanken, hebben veel kennis paraat en zijn opgeleid in procedureel werken; ik niet. Vaak missen zij echter de klinische blik om de kennis toe te passen. Dat geeft een heel leuke wisselwerking en interessante gesprekken.” Voor haar een be­langrijke reden om dit ook te zoeken en in te brengen in de medische vakgroep van het Korsakov Kenniscentrum.

Ontdekkingen in opstartfase

De start van de vakgroepen in januari 2022 ervoer GZ-psycholoog in opleiding Misha als een goede stap. “Ik merkte dat het toegevoegde waarde heeft om de kennis meer te stroomlijnen en de continuïteit te borgen. Daarvóór kwamen we als collega’s ook wel bij elkaar, maar dat voelde losser. Er was bijvoorbeeld geen kennisoverdracht. Als vákgroep stelden we vanaf het begin juist een agenda en jaarplan vast. Sindsdien komen ingebrachte punten terug. Dat was ook de intentie: de zorg voor de cliënt verbete­ren, omdat je het beste van elkáár leert.” Ineke haakt aan: “Er is een enorme behoefte om elkaar te ontmoeten en kennis en casuïstiek te delen; in de praktijk lopen we allemaal tegen hetzelfde aan.”

misha-oey-kleiner

Dilemma's delen en inspiratie ontvangen

Misha was vanaf het begin verrast over de resultaten. “We hebben met deze specifieke doelgroep soms een gek probleem. Als je dit dan inbrengt, blijkt dat andere psychologen het heel erg herkennen. Een voorbeeld? In onze junibijeenkomst ging het over wel of niet alcoholvrije dranken schenken. De grote vraag was of dit alcohol­gebruik triggert. Een van de gedachten die ik had, was: Als iemand alcoholvrij bier drinkt, loopt deze over een tijdje naar de winkel om zelf alcohol te kopen. Ik zag diezelfde zorg bij andere psycho­logen. Heel fijn dat iemand toen zei: ‘Dat gebeurde bij ons tot nu toe niet!’ Omdat je met zo’n grote groep bent, is er altijd wel iemand die met jouw onderwerp ervaring heeft.”

Delen en vermenigvuldigen

In de opstartfase ervoer Maaike dat het wel tijd kostte om andere Korsakov-ergotherapeuten in Nederland te vinden. “Maar vanaf toen werd het meteen heel zin­vol. Vooral in de diagnostiek is het heel erg zoeken; er is weinig wetenschap over ergotherapeuti­sche klinimetrie voor deze specifieke doelgroep. Mooi om dan voorbeelden van anderen te horen. Zoals een collega die worstelde met het moment waarop een cliënt weer zelfstandig naar huis kan. En met hoe we dan als ergotherapeut goed in kaart kunnen brengen wat de mogelijkheden zijn van iemand. Een collega reageerde toen dat ze hiervoor altijd een aantal meetinstrumenten ge­bruikt. Ze legde het waarom uit en vooral ook het hoe.” Een prachtig staaltje van delen en vermenigvuldigen.

Thema’s uitdiepen in werkgroepen

Om kennis te laten groeien en eenduidig te werken ontstaan anderhalf jaar na de start nu ook thema/werkgroepen binnen sommige vakgroepen. “Wij hebben er nu 2”, stelt Misha. “Eentje voor behandeling én eentje voor diagnostiek. Ook die groepen komen 2 keer per jaar bij elkaar. Daarna delen ze de uitkomsten met de complete vakgroep.” Hetzelfde gebeurt bij de ergotherapeuten: naast de algemene groep is er een aparte werkgroep die meehelpt aan het schrijven van een handreiking van wat ergotherapie nu precies kan betekenen voor mensen met Korsakov. Idee hierachter? "Meer te beschrijven en te onderbouwen wat we nu precies doen als ergotherapeut bij deze doelgroep via het best mogelijke en bestaande bewijs”, legt Maaike uit. 

Ook online cases bespreken

De ergotherapeuten bespraken in juni tijdens een hybride bijeenkomst live én online een casuïstiek op methodische wijze. “De vraag was: hoe geef je het beste vorm aan een traject waarbij iemand zelfstandig naar buiten gaat met bijvoorbeeld een scootmobiel?” Ze duidt op de risico’s. Bijvoorbeeld dat de cliënt direct op pad gaat naar de slijter. Of dat er problemen ontstaan met de oriëntatie en verkeersveiligheid. Al snel werd duidelijk: iedereen kan dit als een ethisch dilemma ervaren, met name de kans op terugval. “Het dilemma is dan: de cliënt wel of niet die ruimte geven. Door het hier met elkaar over te hebben krijg je nieuwe inzichten. En dat kan helpen er weer met een andere blik naar te kijken. Voorheen was ik heel voorzichtig en dacht ik: ‘Oei, het staat op mijn naam en voelt als mijn verantwoordelijkheid. Door dit met de vakgroep te bespreken ontdekte ik: Zie het als een gezamenlijk project en bespreek het met de EVV’er, arts en psycholoog.”

maaike-brandsma
Ergotherapeut Maaike Brandsma

Vrijheid versus beslissen voor een ander

Bij de psychologen ging het in juni vooral over alcoholvrije locaties, stelt Misha. “Tijdens de vakgroep vertelde een collega van Atlant dat ze daar vastzitten aan ‘geen alcohol drinken’, maar bij Amsta mag de cliënt aangeven dat deze behoefte heeft om te drinken; daar staat de organisatie voor open. Vanuit de Wet zorg en dwang probeer je te respecteren dat de woonruimte bij ons wel iemands huis is, dus het blijft lastig om iets te beslissen voor de cliënt; goed om dan te horen hoe dat bij anderen gaat.”

‘Zenden’ of délen?

De medische vakgroep hield in juni een presentaties over pijn bij Korsakov. Ook volgde een overzicht van de wetenschappelijke literatuur. Ineke deed toen de ontdekking: “Je wilt eigenlijk synergie bereiken en samen op een hoger level komen. Door het presenteren kwam er te weinig interactie.” Een volgende keer overweegt ze daarom, net als onder meer Maaike, vanuit een casus een onderwerp te behandelen. Wat de leden van de vakgroep al wél afspraken? Dat zij een mailgroep opzetten om elkaar makkelijker te vinden. 

Wetenschap, praktijk en korte lijntjes

Als belangrijkste doelen voor haar vakgroep ziet voorzitter Misha zorg verbeteren via wetenschappelijk onderzoek én dit verbinden met de praktijk. “We lopen steeds tegen dezelfde problemen aan. Door echt met elkaar te verbinden, een netwerk te krijgen, hoop ik dat we efficiënter worden in het opdoen van kennis.” Over vijf jaar verwacht ze dan ook dat collega’s elkaar beter weten te vinden. 

Van inhoud naar enthousiasme

Ergotherapeut Maaike hoopt vooral dat zij en de vakgroep een stap dichterbij komen met verbeteren en waarborgen van de kwaliteit van ergotherapie bij mensen met het syndroom van Korsakov. “En dat we de gedrevenheid houden om onszelf en het vak verder te blijven ontwikkelen binnen deze bijzondere doelgroep.” Of dit lukt? Marga weet wat hiervoor nodig is: “Alles staat of valt met de mensen. Zij maken de groep en de inhoud. Gelukkig vinden zij het leuk om dit met elkaar te doen. Ze denken mee in de thema’s, kennen sprekers, hebben een netwerk en een enorme vakkennis. Hierdoor lukt het echt stappen te maken en méér te doen dan alleen kennis delen. Als Korsakov Kenniscentrum faciliteren we dat; de ménsen bepalen uiteindelijk hoe enthousiast ze eruit komen.”

Op zoek naar best practices

Met de artsen hoopt Ineke de komende jaren meerdere thema’s te bespreken. Zoals de Wet zorg en dwang en hoe om te gaan met bijvoorbeeld rookbeleid en alcoholbeleid. “Naast kennis, literatuur en casuïstiek delen wil ik vooral horen waar anderen tegenaan lopen. Die best practices, die helpen ons verder.”

Marga beseft daarbij één ding: “Als de vakgroepen niet meer zouden bestaan, gaat de efficiëntie van kennis verloren. Hierdoor zouden de zorginstellingen als eilandjes bestaan in plaats van als een netwerk. En dat zou ertoe leiden dat bestpractice-kennis, kennisverdieping en verdere ontwikkeling met betrekking tot Korsakov-zorg stagneert. Uiteindelijk wordt de Korsakov-patiënt hierdoor benadeeld.”

ineke-gerridzen-pasfoto

Alle professionals uitgenodigd

Anderhalf jaar na de start van de vakgroepen roepen de 3 voorzitters in ieder geval op dat iedereen uit de betreffende disciplines zich aansluit bij de vakgroepen. “Het maakt niet uit of je hoort bij een Regionaal Expertisecentrum of een Doelgroep Expertisecentrum. Ook al heb je maar één keer iemand met Korsakov op je afdeling, kom vooral!”, vat Misha samen. De eerstvolgende mogelijkheid hiervoor is in december, bij het jaarlijkse Wetenschapsforum. Dit forum is óók online te volgen. De 3 professionals hopen ook jou als collega in de Korsakov-zorg hier te zien.

--------------------------

Over de vakgroepen

  • 11 vakgroepen: behandelaren en paramedici
  • 2 voorzitters bij elke vakgroep (om te sparren en continuïteit te garanderen)
  • Eigen digitale plek om onder meer documenten, video’s en opgeleverde producten te delen
  • Elk jaar in juni online bijeenkomst (of hybride)
  • Elk jaar in december live bijeenkomst (+ hybride), de ochtend vóór de ledenvergadering en het Wetenschapsforum

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, actuele publicaties en praktijkonderzoeken, onze bijeenkomsten en scholingsaanbod.

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief